Afrikaanse kunst

Zeldzaam masker met antropo-zoömorfisch aspect dat we durven toe te schrijven aan de Kete of aanverwante groepen. De gezwollen bollen die uit de schedel tevoorschijn komen, doorboord met ronde pupillen, roepen een natuurgeest op, de smalle en fijne neus domineert de ingekeepte lippen, gescheiden in een terugwijkende kin. Geërodeerde matte patina.
De Kete, gevestigd tussen de Luba en de Songye, hebben zich vermengd met de Kuba en de Tschokwe en halen hun levensonderhoud uit de jacht, de nettenvisserij en de landbouw. Hun matrilineaire samenleving aanbidt natuurgeesten genaamd mungitchi door middel van offers en bezweringen. Ze geloven in reïncarnatie en zijn ook bang voor een oppergod genaamd mboom. De rituelen van hun inwijdingsverenigingen zijn anders dan die van de Kuba. Sommige Kete-dorpen betaalden vroeger belasting aan de koning van de Kuba. Groepen leenden maskers van hun buren of pikten bepaalde kenmerken op die ze combineerden met hun eigen creaties. De itoom wrijvende orakels zouden oorspronkelijk een Kete-productie zijn. Hun maskers, die worden gedragen door ingewijden of hun instructeurs, worden in verband gebracht met inwijdingsceremonies en begrafenisrituelen.