Afrikaanse kunst

Dit Luluwa-masker, dat wordt gebruikt voor besnijdenisrituelen en begrafenissen van hoogwaardigheidsbekleders, heeft een afgeronde kuif en een handvat dat eruitziet als een baard. Kromlijnige motieven en keloïden wisselen elkaar af op het oppervlak. Volgens Rik Ceyssens in "Congo Masks" (p.156 . ed. M.L.Félix) en zoals blijkt uit de schetsen van H.M.Lemme die Frobenius vergezelde tijdens zijn reizen in Congo, was dit model van scarificatie in lussen wijdverspreid in verschillende Luluwa subgroepen in 1905. De Bakwa hadden ook dit soort littekens. Hoogte op voet: 50 cm .

Het was in het zuiden van de Democratische Republiek Congo dat de Lulua , of Bena Lulua , uit West-Afrika zich vestigden. Hun sociale structuur, gebaseerd op kasten, is vergelijkbaar met die van de Luba. Zij vervaardigden weinig maskers, maar vooral beeldjes van voorouders die de ideale krijger voorstellen, mulalenga wa nkashaama, evenals het opperhoofd van het Luipaardgenootschap en mbulenga beeldjes in verband met natuurgeesten. Ondanks de poging van Kalamba Mukwenge aan het eind van de 19e eeuw om de traditionele culten uit te roeien door middel van verbranding, bleef het religieuze systeem bestaan, zoals de vruchtbaarheidscultus tshibola . (Tribal art of black Africa. JB Bacquart; "Umbangu, Art du Congo au Musée Royal du Cogo Belge" ed. Cultura).