Afrikaanse kunst

Kumu, Komo masker (N° 20499)

Afrikaans masker waarvan de pastillage, die verwant zou kunnen zijn aan de panter, de afdruk draagt van Pygmee invloed.
Een richel verdeelt het voorhoofd en strekt zich uit over de neus, terwijl de schuine ogen atypisch zijn. De pruilende mond onthult een rij uit elkaar staande tanden. Mat patina, oude polychromie. Erosies.
Volgens M.L. Félix hebben de Afrikaanse maskers van de clans die in het noorden van het Ituri-gebied leven, meestal gestileerde gelaatstrekken die op een ondiepe basis zijn gebeeldhouwd, en roepen hun versieringen de dierenwereld op, vergezeld van kleurpigmenten die lijken op die waarmee de lichamen tijdens inwijdingsrituelen zijn versierd. Soortgelijke maskers, versierd met stippellijnen, werden echter in Ubangi gedragen door de Ndunga en de Zande van het noordoosten, waar ingewijden en oudsten bij bepaalde gelegenheden dit soort lichaamsbeschildering droegen. +
Totale hoogte op voet: 29 cm. De Kumu, Bakumu, Komo, leven voornamelijk in het noordoosten en het centrum in de Democratische Republiek Congo. Hun Bantoetaal is Komo of Kikomo. Verschillende etnische groepen zijn nauw met elkaar verweven, met gelijksoortige associaties: de Mbole, de Yela, de Lengola, en de Metoko. Hun artistieke productie vertoont ook grote gelijkenis met die van de Metoko en de Lengola. Hun waarzeggersmaskers werden tentoongesteld tijdens de ceremonies ter afsluiting van de inwijding en de besnijdenis van de jeugd van de nkunda samenleving. Het is inderdaad in de Maniema-regio rond de Lualaba-rivier en de Grote Meren dat het beeldhouwwerk van de Lega zijn invloed grotendeels heeft doen gelden. Een kostuum gemaakt van schorstextiel en plantenvezels verhulde de drager. Biebuck zou een grote gelijkenis hebben opgemerkt tussen de rituelen die gepaard gaan met het verschijnen van Kumu-maskers en die van de muminia -maskers van de Lega.