Dit kleine bronzen beeldje, gebruikt als amulet met apotropische deugden, is voor de Sao een talisman die hen zou moeten beschermen tegen waanzin. Het wordt daarom te allen tijde gedragen. De geest die de gek zou bezitten wordt voorgesteld door de ruiter, het paard stelt het slachtoffer voor. Deze ruiter, die een chèche draagt, berijdt een paard, dat in deze streken van de Sahel een zeldzaam prestige-attribuut was, en heeft een glanzend patina. De Sao, de voorouders van de Kotoko, zijn tussen de 12e en de 14e eeuw gevestigd in een geografisch gebied dat zich uitstrekt over de grenzen tussen Tsjaad, Noord-Kameroen en Nigeria. Ze vestigden zich op heuvels, waardoor ze indringers konden afweren. Als gevolg van de opeenvolgende aanvallen door hun buren uit Kanem en vervolgens door de horden uit het oosten, moesten de Sao hun land verlaten en zich in het noordwesten van Kameroen vestigen, waar zij zich vermengden met de inheemse bevolking, waaruit een etnische groep is ontstaan die Kotoko wordt genoemd. Het gieten met verloren was werd door deze Afrikaanse etnische groep reeds in de 12e eeuw algemeen beoefend, en zij vervaardigden hoofdzakelijk juwelen van koperlegering als prestige-object. De Kotoko schrijven nog steeds een mythische oorsprong toe aan het kopermetaal, waardoor het een beschermende waarde krijgt. Bron: "Paard en ruiter in de kunst van zwart Afrika" G. Massa, ed. Sepia
40.00 € Mogelijkheid tot paiement en 2x (2x 20,0 €) Stukje met echtheidscertificaat
Misschien bent u ook geïnteresseerd in deze items
Als uw aanbod wordt geaccepteerd, wordt het artikel automatisch op bestelling geplaatst. Door een aanbod te doen, erkent u dat u de verkoopsvoorwaarden hebt gelezen en aanvaard.
U moet ingelogd zijn op uw account om een bod te kunnen doen. Verbind me door