De Luba zijn bekend om hun beeldhouwwerk en in het bijzonder hun neksteunen en krukjes die bestaan uit een kariatidefiguur en soms een diermotief, de koppoter zoals hier. In dit geval is het een vrouwelijke figuur, de belichaming van het koningschap en de geest van de voorouders, die op het dier rijdt. Antilope hoorns werden, geladen met magische ingrediënten, gebruikt in therapeutische riten. Neksteunen werden ook gebruikt om het hoofd van de overledene te ondersteunen, en soms, volgens Albert Maesen, op zijn plaats begraven. Grijsbruine matte patina. De Luba (Baluba in het Tchiluba) zijn een volk van Centraal-Afrika. Hun bakermat is Katanga, meer bepaald de streek van de Lubu-rivier, vandaar de naam (Baluba, wat "de Lubas" betekent). Zij zijn ontstaan uit een afscheiding van de etnische groep Songhoy, onder leiding van Ilunga Kalala, die de oude koning Kongolo liet sterven. In de 16e eeuw stichtten zij een staat, georganiseerd in gedecentraliseerde stamhoofden, die zich uitstrekte van de Kasaï-rivier tot het Tanganyikameer. De stamhoofden bestrijken een klein gebied zonder echte grenzen, en omvatten hooguit drie dorpen. De Shankadi vormen een groep die in het westen van Lualaba is gevestigd en die zich onderscheidt door een gelaagde haardracht die bekend staat als "cascade". Bron : "Luba" F. Neyt
Verkocht aan 150.00 €
Misschien bent u ook geïnteresseerd in deze items
Als uw aanbod wordt geaccepteerd, wordt het artikel automatisch op bestelling geplaatst. Door een aanbod te doen, erkent u dat u de verkoopsvoorwaarden hebt gelezen en aanvaard.
U moet ingelogd zijn op uw account om een bod te kunnen doen. Verbind me door